Lokale heffingen

De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om te bepalen welke belastingen een gemeente heft,
welke heffingsmaatstaven worden gehanteerd en welke tarieven daarbij gelden. De gemeenteraad
stelt daartoe jaarlijks de belastingverordeningen vast. Voor de gemeentelijke belastingen en
heffingen zijn daarin de tarieven integraal opgenomen. Hiervoor worden afzonderlijke
raadsvoorstellen gedaan, die in de reguliere raadsvergadering van december 2020 ter
besluitvorming worden voorgelegd.

Het beleid in algemene zin komt er op neer dat jaarlijks een stijgingspercentage wordt doorgevoerd ter grootte van het inflatiepercentage, tenzij tot andere percentages is besloten. Het inflatiepercentage is voor 2021 bepaald op 1,4%.

De OZB kent naast het inflatiepercentage van 1,4% ook een toename voor areaaluitbreiding.

De rioolheffing is gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Op basis van een actualisatie van het GRP is het tarief 100% kostendekkend en blijven de tarieven gelijk aan die van 2020.

Omdat de kosten van de afvalinzameling en afvalverwerking fors gestegen zijn en gestreefd wordt naar 100% kostendekkendheid, worden de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten voor 2021 verhoogd met 12,46 % en zijn ze daarmee 100% kostendekkend.

Voor de hondenbelasting, toeristenbelasting en precariobelasting geldt dat deze tarieven op basis van de financiële uitgangspunten begroting 2021-2024 verhoogd worden met een percentage van 2,63%.

De opbrengstlimiet van maximaal 100% kostendekkendheid geldt voor de legesverordening als
geheel. Dat houdt in dat binnen de verordening sommige tarieven meer dan 100% kostendekkend zijn, terwijl andere tarieven minder dan 100% kostendekkend zijn. Dit wordt kruissubsidiëring genoemd.