Hierbij leggen wij u de begroting 2021 voor. Een begroting die onder moeilijke omstandigheden tot stand is gekomen. In tegenstelling tot eerdere jaren is er in 2020 géén Kadernota aan de raad aangeboden. Door de corona crisis en de rijksmaatregelen die in dit kader getroffen werden, was de behandeling van de Kadernota 2021 in een interactief traject niet mogelijk. De discussie over de begroting 2021 en indicatief voor de meerjarenraming 2022-2024 is hierdoor verschoven naar de behandeling van de begroting 2021.
De corona crisis heeft ook het opstellen van deze begroting bemoeilijkt. Enerzijds omdat fysieke ontmoeting slechts beperkt mogelijk was. Anderzijds omdat nog steeds onduidelijkheid bestaat over de diverse relevante items. Onduidelijkheid bestaat uiteraard doordat de consequenties van de corona crisis meerjarig nog steeds niet in te schatten zijn. Het Rijk is in haar begroting uitgegaan van een economische groei van 3,5%. Ongewis is echter of dit realiteit gaat worden en welk effect bijvoorbeeld een tweede corona golf heeft. Verder blijft onduidelijk hoe de herziening van het gemeentefonds er meerjarig uit komt te zien. De voor 2021 aangekondigde herziening van het gemeentefonds is met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2022. In december 2020 worden de effecten pas bekend gemaakt. Dat betekent dat pas bij de Kadernota 2022 duidelijk is welke gevolgen dit voor Weert zal hebben.
Een groter contrast met de begroting van vorig jaar lijkt dan ook nauwelijks denkbaar. Vorig jaar werd nog gesproken over economische groei voor iedereen en dalende werkloosheidcijfers. Nu hebben we in eerste instantie te maken met veel persoonlijk leed, een groeiende werkeloosheid en bedrijven die vechten om hun bestaan. We zien een zorgsector die alle zeilen moet bijzetten en scholen die op alle manieren het onderwijs op peil proberen te houden. De overheid probeert het leed te verzachten maar ook vooral als overbrugging en buffer te dienen totdat deze pandemie onder controle is. Dat vraagt om offers en om keuzes. Het COVID-19 virus werpt dan ook zijn schaduw vooruit naar 2021. Duidelijk is dat we voor een grote financiële opgave staan. Een opgave om de begroting meerjarig structureel sluitend te krijgen. Hoe we met deze opgave omgaan wordt in de volgende paragraaf beschreven.
De hoofdlijn van de begroting 2021
We houden in de begroting 2021 vast aan het programma "Weert koerst op verbinding". Dit ondanks de onzekerheden die worden veroorzaakt door het COVID-19 virus. Waar nodig passen we het tempo aan om onze ambities te bereiken.
We hebben een aantal plannen voor de komende jaren. Bijvoorbeeld de transformatie van het sociaal domein en het verder vergroenen van de stad ("iedere dag een boom"). Er worden middelen vrijgemaakt voor het realiseren van de doelen uit de "Weerter routekaart energietransitie". Maar denk ook aan een beperkt aantal projecten in de openbare ruimte: knelpunten weginfrastructuur en verkeer, vervanging verkeersregelinstallatie, en maatregelen Boshoverbrug. Wonen blijft in de volle breedte belangrijk. Het woningbouwprogramma is ambitieus om te kunnen voorzien in voldoende woningen voor huidige en toekomstige inwoners. De voorbereidingen voor de invoering van de Omgevingswet gaan onverminderd door. De Strategische visie "Werken aan Weert 2030" die eind 2020 wordt vastgesteld, vertaalt zich in een merkstrategie voor Weert. Verder wordt in 2021 de formatie schulddienstverlening structureel gemaakt. De verwachting is dat de corona crisis zal zorgen voor een aanzienlijke toename van het aantal inwoners met schuldenproblematiek. Dit vereist een voltallig, deskundig en paraat team schulddienstverlening. Investeringen in ICT zijn nodig om de organisatie in staat te stellen haar bedrijfsvoering op orde te houden, en daarmee de dienstverlening aan haar inwoners.
De decentralisatie van diverse wetgevingen blijft doorgaan. Zo wordt onze rol in de Schuldhulpdienstverlening vergroot en zorgt de Omgevingswet voor een enorme omslag in ons (digitale) Omgevingsstelsel. Verder zorgen nieuwe regels vanuit het Rijk voor extra lasten bij de lokale overheid. Denk daarbij aan het abonnementstarief huishoudelijke hulp die voor extra kosten zorgt.
Vanuit de eerdere decentralisaties zorgt het loslaten van de budgettaire neutraliteit van het Sociaal Domein voor een gat in de exploitatie. De centrale uitkeringen zijn onvoldoende voor de decentrale uitgaven waar we voor staan.
In 2021 gaan de woonlasten voor Weertenaren omhoog (een stijging van 4,6% (€ 35,- per jaar) voor een meerpersoonshuishouden met een eigen woning met een waarde van € 250.000,-). De onroerende zaak belasting kent een inflatiepercentage van 1,4%. De tarieven voor de rioolheffing blijven gelijk. Omdat de kosten voor de afvalinzameling en afvalverwerking fors gestegen zijn, worden de tarieven voor de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten met 12,46% verhoogd.
Tot slot zorgen het flink duurder worden van Gemeenschappelijke Regelingen, de stijging van rente en daling van dividendopbrengsten, tegenvallende aanbestedingen (o.a. openbaar gebied, energie, ICT dienstverlening) en stijgende kosten voor afval en milieu en onderhoud voor extra structurele uitgaven.
Al deze ontwikkelingen hebben een negatieve invloed op het saldo van de begroting. In de voorbereiding naar de begroting hebben we dit beperkt kunnen oplossen door het maken van keuzes. Gelet op de financiële situatie is in de huidige begroting 2021 verder de keuze gemaakt om in de begroting geen nieuwe ambities op te nemen. Alleen voor de prioriteiten die hoogstnoodzakelijk zijn, zijn middelen gereserveerd. De keuze is gemaakt om af te maken waar we aan begonnen zijn. En daarmee blijven we investeren in de toekomst.
Daarnaast is op een aantal programma's (in ieder geval op het sociaal domein) realistisch optimistisch begroot. Dat wil zeggen dat daar waar grote onzekerheid is, met name van uit de Corona ontwikkelingen, we hebben gekozen voor een optimistisch scenario.
Onze intentie is om te komen tot een structureel sluitende meerjarenbegroting waarin het sociaal domein is geïntegreerd. We blijven achter de keuze staan om de budgettaire neutraliteit op te heffen. We kiezen bewust niet om het sociaal domein te isoleren en daarmee een signaal richting hogere overheden af te geven. We beseffen dat het sociaal domein een grote opgave is maar zien ook in dat andere ontwikkelingen maken dat we kritisch naar ons uitgavenpatroon moeten kijken.
Het totaal maakt dat er een groot financieel tekort is ontstaan. De structurele keuzes die nodig zijn willen we maken in het licht van de Strategische Visie die in december in de raad wordt vastgesteld. Dit om te voorkomen dat bij het opstellen van de begroting 2021 keuzes worden gemaakt die niet meer terug te draaien zijn. Het tekort in 2021 en de eerste helft van 2022 dekken we vanuit de algemene reserve. Voor de volgende jaren is een taakstelling opgenomen om te komen tot een structureel sluitende begroting. Om deze taakstelling in te vullen, wordt direct na vaststelling van de Strategische Visie een proces opgestart om te komen tot keuzes in de Kadernota 2022. Prioriteiten en financiën moeten opnieuw worden bepaald. Dit doen we samen met de gemeente, raad en ambtelijke organisatie.
Het saldo is sluitend gemaakt met een onttrekking uit de algemene reserve van bijna € 3 miljoen in 2021 en bijna € 2 miljoen in 2022. Vervolgens is er een stelpost opgenomen voor de taakstelling die met aanvullende keuzes ingevuld moet worden.
In onderstaande tabel is de begroting 2021 weergegeven:
Nr. | Programma | Lasten | Baten | Saldo |
---|---|---|---|---|
1 | Openbare orde en veiligheid | 5.463 | 123 | -5.340 |
2 | Verkeer, vervoer en waterstaat | 11.331 | 586 | -10.745 |
3 | Economische zaken en promotie | 8.303 | 6.655 | -1.648 |
4 | Onderwijs | 5.744 | 1.955 | -3.788 |
5 | Sport, cultuur, recreatie en openbaar gebied | 18.097 | 1.609 | -16.488 |
6 | Zorg, inkomen en participatie | 64.956 | 15.556 | -49.400 |
7 | Volksgezondheid en milieu | 14.567 | 13.098 | -1.470 |
8 | Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en sted. vernieuwing | 8.852 | 7.988 | -865 |
9 | Middelen, bestuur en algemeen beheer | 4.343 | 1.170 | -3.173 |
Totaal programma's | 141.657 | 48.740 | -92.917 | |
Alg.dekkingsmiddelen en onvoorzien | ||||
Alg.dekkingsmiddelen en onvoorzien | 3.272 | 106.679 | 103.407 | |
Overhead | 19.679 | 290 | -19.389 | |
Vennootschapsbelasting | 10 | -10 | ||
Geraamd saldo van baten en lasten | ||||
Geraamd saldo van baten en lasten | 164.618 | 155.709 | -8.909 | |
Totaal reserves | 3.850 | 12.759 | 8.909 | |
Geraamd resultaat | 168.468 | 168.468 | 0 |
Strategische oriëntatie en perspectief
Ondanks de enorme impact wordt niet alles door COVID-19 bepaald. Er zijn trends en ontwikkelingen die doorzetten. Hierbij kun je denken aan trends als verdergaande digitalisering, big data, kunstmatige intelligentie en robotisering, een groeiend besef van onze verantwoordelijkheid voor de aarde, en een groeiende verstedelijking (Zuidoost Brabant), maar ook de groeiende kloof in de samenleving en vergrijzing. Daarnaast zijn er geografische, demografische, historische kenmerken van Weert die ook in tijden van crisis hun waarde behouden. Al deze ontwikkelingen en kenmerken verdienen onze aandacht omdat ze van invloed zijn voor Weert op de lange termijn.
In de ideale situatie zouden de trends en ontwikkelingen in combinatie met een lange termijnvisie beoordeeld worden en leidend zijn in de keuzes in de begroting. Omdat de voorliggende begroting beleidsarm is en geen ruimte bevat voor nieuwe initiatieven is er voor gekozen geen apart hoofdstuk te wijden aan de trends en ontwikkelingen. Ze vormen uiteraard wel input voor de vast te stellen Strategische Visie. Het COVID-19 virus is er debet aan dat de Strategische Visie, Werken aan Weert2030 weliswaar in 2020 wordt vastgesteld, maar nog niet klaar is ten tijde van de begrotingsbehandeling. In de komende jaren zal deze visie basis zijn voor de beleidsuitwerking in de kadernota's en vervolgens in de betreffende begrotingen en meerjarenramingen.