In dit hoofdstuk volgt per programma een toelichting op de belangrijkste financiële mutaties. De organisatie heeft in 2020 de begroting 2021 geheel nieuw opgebouwd in een nieuwe structuur waardoor ook diverse toedelingen aan taakvelden en soms ook programma's gewijzigd zijn. De grootste (budgettair neutrale) wijzigingen zijn toegelicht per programma. Daarnaast zijn er 2 kostencategorieën waar hieronder in het algemeen een toelichting op wordt gegeven en die in de analyse per programma dus ook niet terug komen.
Kapitaallasten (concernbreed, over alle programma's)
De kapitaallasten 2021 zijn € 1,5 mln lager dan in 2020. Dit wordt veroorzaakt door:
- lagere kapitaallasten ad € 920.000,- bij investeringskredieten (exclusief de neutrale posten onderwijshuisvesting, reiniging en riolering). De belangrijkste oorzaak van de lagere kapitaallast bij investeringskredieten is de opschoning van investeringskredieten (afwaardering en niet te activeren activa) bij de jaarrekening 2019. Daarnaast het aflopen van de afschrijvingstermijn van een aantal grote investeringen.
- daarin zit een nadeel van € 39.000,- budgettair neutraal door dekking uit reserves.
- een hogere stelpost onderuitputting kapitaallasten ad € 182.000,- (is voordeel).
- er is € 451.000,- minder rente toegerekend aan het grondbedrijf. Dit komt door de lagere boekwaardes van de grondexploitaties (m.n. Kampershoek).
Salariskosten (concernbreed, over alle programma's)
In de begroting 2021 is rekening gehouden met de CAO afspraken tot en met 2020 en voor 2021 met een indexering van 3,1% conform de financiële uitgangspunten. De totale personeelslasten stijgen met name daardoor van € 31,0 miljoen naar € 32,7 miljoen.
Naast de kostentoename als gevolg van de CAO ontwikkelingen zien we nog een beperkte toename in de formatie (met 4,3 fte) als gevolg van de toekenning van het knelpuntenbudget personeel in 2018.
Alle salariskosten die direct toe te rekenen zijn aan de diverse taakvelden worden doorbelast naar de betreffende taakvelden. Bij de diverse programma's vormen de salariskosten dus een onderdeel van de lasten. Om te voorkomen dat er bij elk programma eenzelfde toelichting opgenomen wordt, is gekozen voor een algemeen geldende toelichting vooraf.
In het kader van de dynamische begroting is de structurele doorwerking van de nieuwe CAO voor de jaren 2022-2024 als stelpost opgenomen, waarbij opgemerkt wordt dat ook de te verwachten compensatie via de algemene uitkering van deze autonome kostenstijging (75% conform de financiële uitgangspunten) verwerkt is.