Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van de riolering. Om het rioolstelsel te kunnen financieren heft de gemeente een rioolheffing. De gemeentelijke rioolheffing is gebaseerd op artikel 228a van de Gemeentewet. Dit houdt in, dat sprake is van een algemene
belasting, waar geen directe individuele dienstverlening tegenover staat.
De rioolheffing heeft wel het karakter van een bestemmingsheffing, waarmee de noodzakelijke
kosten voor een effectief werkende riolering, maar ook de kosten van overige maatregelen voor het beheer van hemelwater en grondwater kunnen worden verhaald. De rioolheffing wordt opgelegd aan de gebruiker van een perceel op basis van het aantal m3 afvalwater dat geloosd wordt op het gemeentelijke rioolstelsel.
De tariefstelling is gestaffeld: voor de eerste 500 m3 betaalt men het basisbedrag, daarna is er een degressieve tariefstelling van toepassing.
De rioolheffing is gebaseerd op het GRP. De tarieven zijn 100% kostendekkend en blijven daarmee gelijk aan de tarieven van 2020.
Berekening kostendekkendheid rioolheffing 2021 | ||
Omschrijving | Bedrag | Percentage |
---|---|---|
Kosten taakveld 7.2 incl. (omslag)rente | 4.558 | |
Kosten straatreiniging | 201 | |
Kwijtschelding rioolrecht | 236 | |
Inkomsten taakveld 7.2 excl. heffingen | -377 | |
Netto kosten taakveld 7.2 | 4.618 | |
Toe te rekenen kosten | ||
Overhead incl. (omslag)rente | 157 | |
BTW | 448 | |
Totale kosten | 5.223 | |
Opbrengst heffingen | -5.223 | |
Dekking | 100,00% |