Bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit wordt gekeken naar de drie belangrijkste inkomsten van de gemeente te weten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolrechten, voor zover deze laatste twee niet maximaal mogelijk en/of kostendekkend zijn. De onbenutte belastingcapaciteit bij de OZB is zo groot als het verschil tussen het gehanteerde tarief en het tarief om tot een artikel 12 gemeente gerekend te worden. Het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 is gebaseerd op het gewogen landelijk gemiddelde van de WOZ-waarde gecorrigeerd voor onderdekking, met een opslag van 20%.
De belastingcapaciteit, waarmee in het Gemeentefonds rekening wordt gehouden, is voor iedere gemeente gebaseerd op dezelfde tarieven. Deze tarieven worden de rekentarieven genoemd en zijn gebaseerd op landelijke gemiddelden. In het uitkeringsjaar 2021 wordt het rekentarief OZB in procenten voor eigenaren van woningen gesteld op 0,0894% (0,0939
% in 2020), voor gebruikers van niet woningen op 0,1281% (0,1270% in 2020), voor eigenaren van niet-woningen op 0,1590% (0,1576% in 2020).
Omdat de afvalstoffenheffing en rioolheffing maximaal kostendekkend zijn, wordt bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit alleen naar de OZB gekeken.
De tarieven in onderstaande tabel zijn de tarieven die in 2020 door de gemeente Weert zijn gehanteerd. Het landelijk gemiddelde is gebaseerd op gegevens van COELO uit 2020.
Geraamde OZB-opbrengst 2021 | rekentarief Weert | Landelijk gem. + 20% | Onbenutte belastingcapaciteit | |
Woningen eigenaren | 6.669 | 0,1117% | 0,1332% | 1.226 |
---|---|---|---|---|
Niet-woningen eigenaren | 2.763 | 0,2079% | 0,3478% | 1.859 |
Niet-woningen gebruikers | 1.506 | 0,1265% | 0,2605% | 1.595 |
4.680 |