Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Of dat het geval is valt niet direct af te leiden uit de netto schuldquote zelf, maar hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. In dat geval hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). De schuldquote van een gemeente bevindt zich normaal tussen de 0% en 100%. Hoe lager het percentage hoe beter.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Als normaal wordt een ratio tussen de 30% en 80% beschouwd. Voorzichtigheid is geboden bij een ratio tussen de 20-30%.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te kunnen dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten en baten. Bij incidentele lasten en baten gaat het om eenmalige zaken en om (meerjarige) projecten of subsidies als deze het karakter van tijdelijkheid c.q. eindig doel hebben. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten.
Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De boekwaarden van verliesgevende plannen zijn gebaseerd op de actuele marktwaarde en voor verwachte verliezen zijn voorzieningen getroffen.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. De ruimte, die een gemeente heeft om belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder woonlasten worden verstaan: de OZB, de rioolheffing en de reinigingsrechten voor een woning met gemiddelde waarde in de gemeente. Het kengetal belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in het begrotingsjaar te vergelijken met het landelijke gemiddelde in het jaar daarvoor.
Weerstandsvermogen
Dit is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen, zodat de gemeente haar taken kan blijven uitvoeren.
BEOORDELING KENGETALLEN
Schuldquote
De netto schuldquote van de gemeente bedraagt 73%. Gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden bedraagt de quote 63%. De doorgeleende gelden betreffen leningen aan een woningbouwvereniging. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw staat garant voor deze leningen. Het kredietrisico wordt daarmee beperkt. De schuldquote van de gemeente is als normaal te bestempelen. De ontwikkeling van de schuldquote is afhankelijk van toekomstige keuzes op het gebied van investeringen.
Solvabiliteit
De solvabiliteitsratio is ten opzichte van de begroting 2020 gedaald tot 31%. Een hoge schuldquote en een lage solvabiliteitsratio gaan vaak hand in hand. De solvabiliteitsratio zit net boven de kritische bandbreedte van 20-30%. Beneden de 20% valt de ratio in de klasse risicovol. Het landelijk gemiddelde bedraagt 30%.
Tegenover de schulden van de gemeente staat een behoorlijk eigen vermogen. Vandaar dat het solvabiliteitsratio nog niet tot verontrusting leidt. Het meerjarenbeeld laat een licht dalende solvabiliteitsquote zien. Zolang de schulden van de gemeente sneller dalen dan het eigen vermogen, zal de solvabiliteit verbeteren. Indien het eigen vermogen sneller slinkt als de schulden, zal de solvabiliteitsratio naar de kritische grens bewegen.
Structurele exploitatieruimte
Op basis van het kengetal (-1,99%) blijkt dat er geen structurele ruimte is om tekorten of extra lasten binnen de toekomstige begroting op te vangen. In de grafiek wordt dit op een andere manier weergegeven: hier wordt aangegeven of alle structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Dit is voor 98,01% het geval.
Grondexploitatie
De waarde van de grondexploitaties in relatie tot de totale baten van de gemeente is fors afgenomen ten opzichte van 2020 (6,98% om 16,45%). De grondexploitatiequote komt hiermee in de veilige zone. Een quote beneden de 10%, wordt namelijk niet meer als risicovol aan gemerkt. Dit zal ook weer zijn weerslag hebben op de toekomstige hoogte van de schulden.
Belastingcapaciteit
Qua belastingcapaciteit is er ten opzichte van 2020 minder ruimte ontstaan om structurele tegenvallers op te vangen. De woonlasten van de gemeente voor 2021 zijn hoger dan het landelijk gemiddelde. Dit wordt veroorzaakt door de stijging van de afvalstoffenheffing.