Alle lasten en baten die samenhangen met de programma's 1 tot en met 9 worden rechtstreeks op het betreffende programma verantwoord. De baten bestaan uit doeluitkeringen, specifieke rijksvergoedingen, huuropbrengsten en dergelijke. Daarnaast kent de gemeente diverse inkomsten waarvan de besteding niet gebonden is, de zogenaamde algemene dekkingsmiddelen. Deze baten zijn niet aan een concreet programma toe te rekenen.
Artikel 8 van het BBV schrijft voor, dat in het programmaplan van de begroting (naast de raming van lasten en baten per programma) ook een overzicht algemene dekkingsmiddelen, overhead, vennootschapsbelasting en het bedrag onvoorzien opgenomen moeten worden. Dit overzicht is dan ook aan het eind van het programmaplan opgenomen.
Binnen de post van de overige baten en lasten is de post onvoorzien opgenomen van € 31.000,-. De post onvoorzien is gesplitst in een bedrag van € 23.000,- voor structurele lasten en een bedrag van € 8.000,- voor incidentele lasten. De post onvoorzien wordt ook voor de jaren 2022 tot en met 2024 voor dit bedrag in de begroting opgenomen. Uitgangspunt hierbij is dat de structurele doorwerking van de post onvoorzien in het volgende jaar als onderdeel van de opstelling van de primaire begroting wordt meegenomen.